blok-oranje-rood

Met een te grote bek word je gewoon buitengezet

blok-oranje-rood

Klopt. Je hebt het goed gelezen. In mijn column over clubs die voortdurend zijn betrokken bij geweld en gedoe, heb ik onder meer gepleit voor de inzet van stadsmariniers. Uit de stortvloed aan reacties die ik heb ontvangen, blijken veel mensen een ander beeld te hebben bij een stadsmarinier dan ik bedoelde. Voor sommigen teleurstellend misschien, maar het zijn geen tot de tanden toe bewapende vechtmachines die hun combat skills inzetten zodra het in een wedstrijd uit de hand loopt. De stadsmarinier zoals ik die voorstelde, werkt onder meer in Rotterdam, waar ze in wijken voor extra veiligheid zorgen door vroegtijdig problemen te signaleren en snel te schakelen tussen instanties. Bij de KNVB zouden ze samen met vrijwilligers uit de wereld van politie, defensie en beveiliging kunnen worden ingezet als waarnemer bij wedstrijden in iedere denkbare klasse. Er zijn inmiddels dertig aanmeldingen binnen bij de bond.

Ik stond erover na te praten in het KNVB Trainingscentrum, waar op 26 november een kennissessie werd georganiseerd over het programma Veilig Sport Klimaat (VSK). Een programma dat zes jaar geleden werd gestart en in het amateurvoetbal opvallend goede resultaten boekt. Zo werd in zes seizoenen het aantal excessen met meer dan 50 procent naar beneden gebracht, heeft de KNVB 1.200 verenigingen ondersteund naar een positieve gedragsverandering (uitspreken, afspreken en aanspreken), werden er meer dan honderdtienduizend spelregelbewijzen uitgereikt, zijn er 318 sport- en gedragstrainingen gegeven, heeft bureau Halt 97 veiligheidsanalyses uitgevoerd (intensieve vorm van individuele begeleiding) en hebben 68 clubs de aanpak van een risicovereniging gekregen (25 clubs hebben beterschap laten zien).

Natuurlijk zijn we er nog lang niet, want ieder incident is er een te veel, maar op de korte en lange termijn blijkt het programma VSK en het daaruit voortvloeiende lik op stuk-beleid zijn vruchten af te werpen. Ook in preventieve zin. Denk onder meer aan ‘de week van de scheidsrechter’, aangepaste trainersopleidingen met meer pedagogiek, nieuwe spelregels in de Future Rules Football league, de introductie van de Challenge Day, waarin voetbalclubs echt met elkaar in gesprek gaan (Groningen, NAC, Heerenveen en nu ook Sparta) en het programma ‘Buitenspel’ met teams die over het randje zijn gegaan.

Toch blijven er nog een aantal wensen over. Een deel daarvan krijgt een vervolg in het ‘Nationaal Sport Akkoord’, waarin de focus wordt verlegd van ‘een veilig sportklimaat’ naar een ‘sportieve sportcultuur’. Ik juich dat toe. Het betekent dat er nog meer nadruk komt te liggen op de pedagogische kanten van de voetbalvereniging. Normen en waarden die we overdragen. Winst en verlies, hoe ga je daarmee om? En op welke manier leren we kinderen samenwerken en afspraken nakomen? Trainers spelen daar een sleutelrol in, maar ook alle volwassenen die het voetbal een warm hart toedragen en het goede voorbeeld willen geven. En dat geldt misschien nog wel meer voor voetbalanalisten die op televisie van allerlei nodeloos kwetsende dingen denken te mogen blèren, omdat hun programma moet doorgaan voor de televisiekroeg. Ik ben opgegroeid in het café van mijn ouders, maar daar werd je met een te grote bek gewoon buiten gezet.

Lekker rustig en niemand kon er een verkeerd voorbeeld aan nemen.

Vind ik leuk 0