blok-oranje-rood

Vijfde gevoelens: Eenheidsworst

blok-oranje-rood

Een paar weken geleden was ik door mijn oude fotoalbums aan het struinen op zoek naar oude voetbalfotos voor de FC Zutphen site (historie). Daarbij kwam ik o.a. deze foto/tijdscapsule tegen. En voor je het weet ben je toch weer even helemaal terug in die tijd.

Ik werd, samen met mijn broer Arold, lid van CVV Wilhelmina SSS in de zomer van 1976. Ik was net 6 en m’n broer was al 8. We waren in april van dat jaar met onze familie in de (toen nog spiksplinternieuwe) Zuidwijken komen wonen. Je mocht in die tijd vanaf 6 jaar op voetbal. Mijn broer wilde al langer op voetbal maar moest van onze ouders nog even geduld hebben i.v.m. de verhuizing van Winterswijk naar Zutphen. Anders was het waarschijnlijk SKVW (opgegaan in het huidige FC Winterswijk) geworden.

Waarom werden wij SSS-ers? Wij kwamen uit een Christelijk nest en gingen daarmee naar de Christelijk basisschool in de Zuidwijken, de Prins Clausschool. Ik startte in april nog even op de kleuterschool (tegenwoordig groep 2) om na de zomer op de grote school te beginnen. Mijn broer kwam in een klas met oa. Arthur Isselman en Ronnie Kwakkelaar. Zij speelden al bij die oranje zwarten en de stap naar het Helbergen was daarmee eigenlijk makkelijk gemaakt.

Wij woonden op het Stokebrand, wat toch wel een beetje een Be Quick, SV Zutphen en Zutphania wijk was. Dat bleek later ook toen wij de clubkrantjes rond gingen brengen in onze wijk. Dat waren er niet zo heel veel. Heel logisch was de clubkeuze vanuit onze wijk dus niet.

[ux_image id=”19313″ image_size=”original”]

[gap]

Staand vlnr: Gerrit Aarnoudse (leider/trainer), André Groot Enzerink, Robert Plijter, Colin Ottema, Mark Mol, Jan Willem, Erik, (leider/trainer). Zittend vlnr: Marc Hodes, Berjan Zandink, John Braam, Roel Norg, Marcel Papes.

Ik heb het nu over de jaren 70. Toen alles nog gewoon overzichtelijk en duidelijk was. Maar ook zeer divers. Je buurman en buurvrouw noemde je gewoon oom en tante. Je stemde op een bepaalde politieke partij en bleef daar ook elke keer op stemmen. Je zat in het ziekenfonds of was particulier verzekerd. Het geloof van de familie bepaalde de school, en daarmee ook je (sport)club. Ik loop nu, een kleine 45 jaar later, nog wel eens door de Zutphense binnenstad en zie dan gezichten van ongeveer even oude mannen wiens naam ik niet ken, maar wel van welke club ze zijn of waren!

Je was dus van een bepaalde club. Maar ook die club was weer intern verdeeld. Niet alleen verdeeld in verschillende ‘geloofsfracties’ (van licht tot zeer streng), maar ook qua tenue. Toen wij lid werden kregen wij van onze ouders een compleet nieuw tenue. Katoenen (Jansen & Tilanus) oranje shirt (met zwarte bies en hals), zwart katoenen broekje en zwarte voetbalkousen met oranje bovenkant. Dus niet via een kledingfonds van de club o.i.d. maar gewoon zelf aangeschaft. En omdat wij nieuw waren zag alles er nog uit zoals het ooit bedoeld was. Er waren ook spelers waarvan de (over het algemeen) moeders hun best gedaan hadden om alle gras, modder en ranjavlekken uit het katoen te wassen, en daarmee ook de kleur…. Fel oranje met zwart werd al snel (héééél) licht oranje met grijze elementen.

Eind jaren 70 begin 80 kwamen daar de (zoals wij ze noemden) glimmende tenues bij. Door deze polyester vervangers van het oude verwassen katoen liep je er modern, strak, afwijkend en in de juiste (blijvende) kleur combinatie bij. Maar niet iedereen had of wilde zo’n shirt. Ook de oude kantoenen varianten bleven dus nog lang bestaan. Zo ontstonden teams waarvan je door de onderscheidende kleur (oranje) nog net kon zien wie bij welke club hoorde. Maar daar hield het dan ook bij op: het was werkelijk één groot ratjetoe van verschillende tenues, merken, kleurstellingen en wel of geen logo’s.

Hoe anders is dat tegenwoordig. Het maakt niet meer uit bij welke club je zit. Geloof is voor velen iets uit een nabij verleden (oké, toch een klein beetje reuring hierover?). Scholen worden gekozen op basis van praktische redenen en niet meer zozeer op basis van overtuiging. Als het bij een club even niet bevalt (trainer herkent bijvoorbeeld jouw absolute talent niet) dan ga je gewoon naar de volgende club. Binnen de stad maar zelfs ook daarbuiten en viceversa. Het maakt allemaal niet meer zoveel uit. Elke club is voor de speler toch in principe hetzelfde. Ook de tenues zijn nu allemaal hetzelfde. Alleen de reclame kan nog afwijken. Iedereen hetzelfde tenue, trainingspak, tas of t-shirt/polo. Alleen door je schoenen kun je je nog onderscheiden op dat vlak.

Alles kan dus tegenwoordig. Keuzes te over, alles op maat. Kiezen voor een partij, club, school etc. doe je niet meer voor onbepaalde tijd maar per jaar, seizoen of per maand. Je zou denken dat het maatschappelijke landschap daarmee enorm divers zou zijn. Maar niets is minder waar. De eenheidsworst is nu veel groter en dikker dan in de jaren 70 en 80. Terug naar die (goede oude) tijd kan natuurlijk niet, en gelukkig maar. Maar iets meer onderscheidend en bijzonder mag ook wel. Iets minder eenheidsworst. En weer gewoon lang blijven hangen aan de club. Jouw club.

Mark Mol

(Lid geworden in 1976 en sinds maart 2020 weer actief helemaal terug)

[block id=”16399″]

Vind ik leuk 0