blok-oranje-rood

Maniertjes

blok-oranje-rood

Eigenlijk gaat het bij voetbal maar om één ding: juichen. Want juichen doe je als je scoort. Als je wint. Als jouw keeper een penalty stopt. Juichen is als een oerkreet. Puur onderbuik, en als het aan mij ligt altijd wars van choreografie.

Van Basten’s perfecte goal tegen de USSR in 1988, gevolgd door een vrijwel even perfecte juich-actie: eerst één arm omhoog, toen heel even twee, en vervolgens weer alleen de linker, ondertussen met een blik vol ongeloof terug rennend naar de eigen helft, omringd door al even verbaasde mee juichende medespelers. Rinus Michels heeft ondertussen nog steeds zijn handen op zijn hoofd, met dezelfde blik van ongeloof.

Als verdediger heb ik nooit veel gescoord. Maar als ik het al eens deed dan was de reactie altijd dezelfde: twee armen omhoog, rennen en vooral heel hard schreeuwen. Het zag er waarschijnlijk niet uit, maar wat doet dat ertoe? Wat je zag was pure, ongepolijste emotie. Zoals het hoort. Vind ik tenminste.

Helaas lijkt het er tegenwoordig steeds vaker op dat spelers niet alleen trainen op hun voetballende vaardigheden, maar al even hard hoe ze hun blijdschap moeten tonen aan de fans. Hele rituelen zie je tegenwoordig, met ingestudeerde dansjes, al dan niet rond de cornervlag. Of teksten op het hemdje, die tevoorschijn komen als het shirt uitgaat, en die de speler in kwestie dus blijkbaar wel een gele kaart waard is. Is een speler net vader geworden, dan weet je het al: het hele team mimiekt het hard heen en weer schudden van een fictieve baby op de arm. Tsja.

Het moge duidelijk zijn: aan mij allemaal niet besteed. Maar meer dan een lichte irritatie is het dan ook weer niet. De echte irritante manier is namelijk het vingertje op de mond. In mijn herinnering – maar ik kan het fout hebben – ooit geïntroduceerd door Memphis Depay. Geen idee wat hem motiveerde, maar hij zal zich wellicht ergens op z’n pik getrapt hebben gevoeld, en het ‘juichen’ met het vingertje op de mond zal bedoeld zijn als een virtuele ‘ik snoer jullie allemaal lekker de mond’.

Hou toch op man. Er zitten 10-duizenden fans in het stadion, die allemaal met jou blij willen zijn, maar omdat ergens jouw ego is gekrenkt zeg je tegen iedereen: bek houden! De mensen die jouw salaris betalen geef je een schop onder de kont, omdat iemand op Instagram het lef had te beweren dat je eigenlijk helemaal zo goed niet bent. Of je meest recente TikTok filmpje werd onvoldoende gedeeld. Of iets anders onbenulligs. De arrogantie ten top.

Bij mijn ‘eigen’ clubje hier in Engeland, Exeter City FC, heeft de spits Sam Nombe (dit seizoen al goed voor 8 goals en 5 assists) z’n eigen ‘maniertje’ als ie scoort: hij rent naar z’n eigen supporters, grijpt één van de vele smartphones die op ‘m gericht zijn, en maakt vervolgens een selfie, omringd door juichende medespelers en met de al even enthousiast juichende supporters achter hem.

Inderdaad, ook een ‘maniertje’, maar wel eentje die 100% rekening houdt met de eigen supporters en daarmee de absolute tegenpool van het ‘vingertje’. Lees je mee Memphis?

Ruud Jansen Venneboer

Vind ik leuk 10