blok-oranje-rood

Klemvast

blok-oranje-rood

Het zal ergens begin jaren 80 geweest zijn toen Hans Segers een zeldzame opwachting mocht maken in het eerste van PSV, uit tegen Feijenoord. Hij speelde een wereldpartij. Zweefde meermaals horizontaal in z’n doel en redde de ene naar de andere doelpoging van de ploeg uit de Kuip. Kanttekening: hij had niet één bal klemvast. De volgende dag had de FC Knudde van die dag een cartoon met een zwevende Hans Segers en als onderschrift: ‘En weer heeft Segers de bal niet klemvast!’ Segers is nooit echt doorgebroken bij PSV, maar heeft in Engeland nog een aardige carrière gehad bij onder meer Nottingham Forest en Wimbledon.

[gap]

Ik zit vanavond Liverpool – Ajax te kijken en Remco Pasveer heeft inmiddels een paar aardige reddingen gedaan. Maar niet één keer klemvast. In de rust volgt de vraag: ‘Moet Pasveer mee naar Qatar?’ J(oh)an Boskamp, één van de gasten in de studio, verslikt zich bijna in z’n bitterbal. Pasveer in Oranje? Nee toch? ‘Maar hij verrichtte wel een paar goeie reddingen’, probeert de presentator nog… Boskamp is het oneens. ‘Ach ja, hij stond een paar keer op de juiste plek’. Je zag ‘m denken: ‘Maar hij had ‘m nooit klemvast!’ Opgegroeid in de tijd dat de keepers van Beveren, de Bree en Treijtel heetten vond Boskamp het maar overdreven. Als je de bal niet met een zweefduik klemvast uit de kruising haalt dan heb je in Oranje niks te zoeken.

En toch, als er in het voetbal iets dramatisch is veranderd in de afgelopen jaren dan is het wel de rol van de keeper. En de uitstraling. Lange broeken en shirts met gewatteerde heupen en ellebogen hebben plaatsgemaakt voor korte broeken EN korte mouwen. En de keeper anno 2022 stompt er wat af. Klemvast zie je eigenlijk bijna nooit meer. Sterker nog: als je niks van voetbal weet en je kijkt een keer een samenvatting op Studio Sport zou je zomaar kunnen denken dat een keeper de bal helemaal niet vast mag houden.

De keeper anno nu heeft de bal meer aan de voeten dan wijlen Piet Schrijvers ooit zou hebben kunnen bedenken. Of wensen! Kun je het voorstellen: Ruud Krol die op een afstand van 15 meter, met drie aanvallers op z’n huid, de bal zou terugspelen op de Beer van de Meer, die vervolgens een schijnbeweging maakt en de bal in alle rust op links naar Piet Wijnberg speelt? Nee? Ik ook niet. Piet had de bal met een gigantische peer weggeschoten en was vervolgens naar Krol gelopen om ‘m een enorme knal voor z’n kanis te verkopen! ‘Ben je nou helemaal gek geworden, ouwe rukker?’

Maar zo is het nu. De keeper die als valse laatste man meer aan de bal is dan welke andere speler ook, en als ie al in actie moet komen als keeper, het spel vaak zo dicht voor zich heeft, en met zo’n hoge snelheid van handelen, dat een redding met klemvast bijna een illusie is: stompen, lijf in baan van het schot, en vooral veel reflexen. Al dan niet met korte mouwen. Johan Boskamp vind het maar niks, maar ik zeg: Pasveer in Oranje? Waarom niet?

Ruud Jansen Venneboer

(Lid van Wilhelmina SSS tussen 1978 en 1993, sinds die tijd woonachtig in Engeland, maar altijd ‘Fan op Afstand’ gebleven.)

[block id=”16399″]

[gap]

Vind ik leuk 14