blok-oranje-rood

De vrouw van mijn leven zong zachtjes Joy Division mee

blok-oranje-rood

De film die we keken doet er niet toe, de muziek die de rebelse, punkerige dochter van de hoofdrolspeler in de film tijdens een obscuur feestje draaide wel. This Charming Man van The Smiths. Naast me in de bioscoop hoor ik haar zachtjes mee neuriën. Stomverbaasd was ik. Even later kwamen er nog een paar van die nummers voorbij. The Cure, Sisters of Mercy, dat werk. Weer zong ze mee. Ineens wist ik het zeker: de vrouw van mijn leven.

Dat was afgelopen najaar toen je nog naar de film kon. Vanwaar deze persoonlijke ontboezeming in een column voor een voetbalclub? Omdat ik na de film moest denken aan die ene keer dat een nieuwe jongen bij ons team kwam. We waren een jaar of 15, 16. Aardige techniek, aardige gast, tot hij vertelde een Dire Straits fan te zijn. Dire Straits fans, dat waren jongens met geruite bloesjes die tennisten en later iets met techniek gingen doen. Die hoorden niet bij ons clubje. Bij nader inzien kon ie er niets van.

In die tijd droegen de meesten van ons lange, grijze jassen die nog roken naar de kledingrekken van de Leger des Heils-winkel in Zutphen, daaronder vale, zwarte kleren. Wij waren de new wave generatie van de jaren ’80. Heel af en toe zag je nog een hanenkam in het wild, een punker die niet meeging met zijn tijd, maar als je echt cool wilde zijn was je in die tijd new wave. Vooral het kapsel was belangrijk. Het haar moest getoupeerd, omhoog staan en eruitzien alsof de wereld om je heen je geen fuck kon schelen. Om er zo nonchalant mogelijk uit te zien was je weliswaar een uur bezig, maar dat zagen we niet.

Sommigen waren beter in die nonchalante look dan anderen. Onze keeper Martijn was de ster. Die keek altijd alsof de wereld de volgende dag kon vergaan. Met z’n Stop de neutronenbom button. Anderen deden vooral hun best. Onze invalkeeper Bernd hield jarenlang vol Morrissey te zijn, maar zag er gewoon te schattig uit om op de zanger van The Smiths te lijken. De kruin op zijn voorhoofd werkte ook al niet mee aan een Morrisey coupe.

Cor kwam dichter in de buurt. Hij was pas later bij ons team gekomen. Een paar weken lang was hij nog die brave borst uit het noorden, maar toen hij doorhad dat de meisjes dat new wave clubje wel interessant vonden rook Cor opeens ook naar Leger des Heils. Zelf durfde ik nooit helemaal all the way new wave te gaan, op de foto’s van toen zie ik vooral Duran Duran haar. Juist een band waar we een enorme hekel aan hadden. Te commercieel.

Muziek was alles. Het bepaalde wie je was. Dat kwam heel nauw. Zomaar zeggen dat je een nieuwe band had ontdekt, was ondenkbaar. Voor je het wist sloeg je de plank volledig mis. The Cure was veilig, Level 42 not done, Japan was oké, The Human League veel te gelikt, Depeche Mode top, met Spandau Ballet kon je je niet vertonen. Muziek was op eieren lopen. Helemaal in de war was ik toen ik een teamgenoot van mijn broer hoorde zeggen dat Bruce Springsteen zijn held was. Viel volledig van zijn voetstuk, hoe new wave hij er ook uitzag.

Toen ik die avond in die bioscoop naast me keek en hoorde hoe ze zachtjes Love will tear us apart meezong, wíst ik gewoon hoe ze er als zeventienjarige had uitgezien. Zwart jasje met schoudervullingen, getoupeerde haren, soldatenkisten. Was ik smoorverliefd op geworden. Joy Division hè.

Hans Faber

(Lid van Wilhelmina SSS van 1973 tot 1991)

[block id=”16399″]

[gap]

Vind ik leuk 0