blok-oranje-rood

De keepert in de vroege jaren 80

blok-oranje-rood

Het was 1977 toen ik vanuit het westen naar Zutphen verhuisde en mijn carrière begon bij Wilhelmina SSS. Lekker dichtbij ons nieuwe huis in de nieuwbouwwijk. Leuke vereniging voor een jongetje van 11, dat 2 jaar ervaring had in Vlaardingen en daar al was begonnen met keepen.

Tegenwoordig ben ik keepsterstrainer van de dames van VDZ in Arnhem. En wat ben ik blij met alle spullen die we nu tot onze beschikking hebben. Alles wat ik nu heb is 1000x beter, de handschoenen hebben ongekende grip door 4mm gecko grip, rolvinger of negative cut. De ballen zijn allemaal van hetzelfde merk, allemaal hard en naadloos en nemen geen water op. En het veld? Het veld is altijd egaal, de doelpalen rond en er staan geen plassen op. Hoe anders was het destijds.

Extra lat

In mijn jeugd voetbalden we als jongetjes van 10 op een heel veld. Voor de keeper hingen ze onder de lat een pupillenlat. Het doel was net zo breed als een volwassen doel, alleen 70 cm lager. Als de medespelers en de tegenstander al eens over dat grote veld bij je kwamen, was je kansloos.

Ziekenfondsbrilletje

Het veld was, een beetje afhankelijk waar je voetbalde, door de week waarschijnlijk aardappel- of maisveld. Op zaterdag mochten wij erop. De doelpalen waren soms nog van hout en vierkant, dan kon een bal vanaf de paal heel fijn heel erg hard je ziekenfondsbrilletje compleet in je neus duwen. Door de plassen in het doelgebied was die bril ook altijd vuil en zag je meer niet dan wel.

Oude harde ballen

De ballen waren helemaal een verhaal apart. Lichtere jeugdballen bestonden niet. Wij kregen de oude ballen van selectieteams en ik denk ook nog oude bowlingballen van het bowlingcentrum. Tijdens de wedstrijd had je geluk, dan kon je van de 5 beschikbare ballen de minst slechte uitzoeken om mee te spelen. De andere 4 waren of lek, of ovaal, of met een losse naad of gemaakt van zeemleer dat 4 kilo zwaarder werd door vocht. En allemaal waren ze verschrikkelijk glad.

Tafeltennisnopjes op katoen

Glad zou geen probleem zijn als ik goede handschoenen had in die tijd. Mijn handschoenen en die van vele andere keepers waren gemaakt van tafeltennisnopjes die op katoen waren genaaid. Later werden het wel handschoen met latex. Die waren dan wel weer heel duur. Door de harde gladde ballen, het vele natte zand en klei, sleten ze heel snel. Toch moest ik er 2 jaar mee doen: 1 jaar voor de wedstrijden en het volgende jaar voor de trainingen.

Met je kleren aan onder de koude douche

Bij de trainingen kwamen alle beschikbare ballen weer het veld op. Dus de zware, de lekke, de ovalen, de niet ronde, de ballen met loslatende naden, loslatende coating en de oude ballen van leer. Ze werden door je ploeggenoten op je afgevuurd waarbij de lichte ballen dwarrelden en de zware je vingers braken. Het doel op het trainingsveld stond op een grondsoort dat je ook vindt tussen Terschelling en Ameland, alleen was het niet zo mooi glad. Na het trainen met kleren en al onder de (koude) douche, zodat er geen 4 kilo klei mee naar huis werd genomen.

Zielig?

Ben ik nu zielig omdat het vroeger allemaal zo anders was? Nee, het was een ongelofelijk leuke tijd met waardevolle herinneringen. Wel ben ik benieuwd hoe het toen was geweest met de materialen van nu. Was ik dan de Ter Stegen geworden in de jaren 80 en had ik kunnen concurreren met Hans van Breukelen? Ik had zeker weten meer ballen tegen gehouden, maar had evengoed nog in het vijfde gevoel gevoetbald, gewoon omdat we voetbalvrienden waren en nu nog steeds contact hebben.

Materiaal is mooi, maar de mensen waarmee je omgaat binnen een club zijn veel mooier en slijt veel minder hard dan handschoenen!

Arthur van der Windt

(Voormalig doelman van Wilhelmina SSS. Lid tussen 1977 en 1996. En sindsdien op afstand onze blijven volgen.)

[block id=”16399″]

Vind ik leuk 0