blok-oranje-rood

Cultclub aan de Damlaan

blok-oranje-rood

1976. Ik was zes jaar oud toen ik de F1 van zvv Hercules kwam versterken. Mijn klasgenootjes Gert-Jan, Erik, Harry, Antoine en Harold waren mij voorgegaan. Het tenue was even schrikken, herinner ik me: een bordeauxrood shirt, een witte broek en gele sokken.

[ux_image id=”21917″]

[gap]

Het waren katholieke kleuren, volgens mijn moeder, die haar hele leven protestants-christelijk is gebleven, maar wel een zwak had voor het andere geloof (zoals ze als bewoonster van een Feyenoord-nest ook stiekem vond dat Ajax altijd zo leuk voetbalde). De teams waartegen we voetbalden, droegen logische kleurencombinaties: groen-wit, rood-wit, oranje-zwart. We kregen ook best vaak van onze tegenstanders te horen dat ons tenue echt heel lelijk was – en dan vooral de gele sokken. Misschien zorgde het wel voor een stukje onderschatting. Hoe het ook zij, in het eerste jaar van mijn voetballeven werden we meteen kampioen na een epische 1-0 tegen directe concurrent De Hoven, die in zijn machtige zwart-wit tenue toch echt onverslaanbaar leek.

Toen ik laatst op familiebezoek een rondje langs de Damlaan maakte, realiseerde ik me dat ik mijn voetballeven bij een cultclub ben begonnen. Het veld ligt er nog, al wordt het voor andere doeleinden gebruikt. Alleen al de accommodatie van destijds: één veld aan het eind van een zandpad, omgeven door hoge bomen en begrensd door een dieselspoor met daarachter het kanaal. Een moerassige grasstrook dat voor trainingsveld doorging. Twee muffe houten kleedkamers en een hok waar je salmiakknotsen kocht. En ja, dat tenue. Het maakte ons anders en gaf ons een wij-tegen-de-rest-gevoel. Van mijn tijd aan de Damlaan kan ik me geen nederlaag herinneren. Na de verhuizing naar Noordveen – twee velden, een volwaardig trainingsveld, kleedkamers van steen en een hoge kantine – was de cult er wel een beetje af.

Op mijn dertiende verhuisde het werk van mijn vader en kwam ik te wonen in een groeikern in het midden van het land. Tegen Vorden-uit nam ik nog afscheid als kampioen, waarna ik het iconische paars-wit-geel verruilde voor laf blauw-wit-blauw. Hoewel ik tot mijn 45ste heb gevoetbald, werd het nooit meer zo mooi als toen aan de Damlaan. Jaren later hoorde ik via-via dat Hercules was opgegaan in een fusieclub met Wilhelmina SSS, de club van geestverwanten waar ik goede herinneringen aan had omdat we daar áltijd dik van wonnen. Na weer een fusie blijkt de geest uit mijn vroegste voetbaljeugd alweer jaren rond te waren ergens halverwege Vorden op een complex met zes velden en een kunstgrasveld als hoofdveld.

Van het tenue heb ik alleen nog wat foto’s. De gele sokken behielden hun elasticiteit verrassend lang. Een vriendin heeft ze nog jarenlang met carnaval gedragen.

Jeroen van den Nieuwenhuizen

(Lid van Hercules van 1976 – 1983)

[block id=”16399″]

[gap]

Vind ik leuk 0