blok-oranje-rood

Column: Vergoeding voor vrijwilligers

blok-oranje-rood

‘Moet je vrijwilligers nou betalen voor hun werkzaamheden of is dat niet te rijmen met de aard van een vereniging?’ Deze vraag lag op ieders lippen bij de KNVB-bijeenkomst over de toekomst van de vrijwilliger. Een lastig dilemma, al zeg ik het zelf. Puur op gevoel zou ik zeggen nee. Het klopt niet. Waarom zou je een vergoeding moeten ontvangen voor iets wat uit je hart hoort te komen? Voor de sport, je cluppie, de kinderen en de mensen om je heen. Een financiële beloning voor vrijwilligers voelt daarom een beetje als valsspelen. Omdat er in het leven meer is dan eigen belang.

Diezelfde reactie herkende ik bij andere mensen op de bijeenkomst. Dat komt, denk ik, omdat we in Nederland sinds het einde van de negentiende eeuw zijn opgevoed met het idee dat de sportvereniging een soort tweede thuis is, waarin ieder lid van de familie meehelpt om een steentje bij te dragen aan de voorspoed van alle leden. Sterker nog; je ging tot het midden van de jaren ’70 bij een vereniging omdat deze paste bij je levensovertuiging, afkomst en achtergrond. Bewust of onbewust voetbalde je zo mee aan een hoger doel.

Maar dat is lang geleden. Ondertussen weet iedereen binnen het amateurvoetbal hoeveel moeite het kost om vrijwilligers te vinden (en de huidige mensen in de club betrokken te houden). Tegenwoordig vinden leden een bardienst draaien of een rijbeurt gedoe. In het weekend wordt dat pijnlijk zichtbaar, wanneer diverse ouders hun kinderen bij de club droppen alsof ze zojuist een plofkraak hebben gepleegd. Deur open, kind eruit en met piepende banden, zo snel mogelijk wegwezen naar de start van hun ‘Me time’.

Ergerniswekkend? Zeker, maar tegelijkertijd ook de nuchtere realiteit. Daarom zie je verenigingen naar andere wegen zoeken om hun club fit te houden. Dat beweegt zich van bestuurlijke oplossingen, zoals deeltijd- en duovoorzitterschap, tot jonge vrijwilligers die alleen voor speciale projecten worden gevraagd. Maar met dat gegeven alleen, red je het niet. Dit blijkt uit het groeiend aantal clubs dat in Nederland ook naar financiële stimuli grijpt om de boel niet in de soep te laten lopen. Op een paar plekken in Nederland wordt zelfs gewerkt met een professionele verenigingsmanager, die tegen een vast salaris, de operationele zaken bij de club regelt (inclusief de organisatie van de vrijwilligers). Zo’n manager wordt betaald uit de verhoogde contributie voor de clubleden, die geen zin hebben om thuis te geven wanneer hun hulp wordt gevraagd.

Rationeel heb ik mij bij deze ontwikkeling neergelegd. Het is aan de clubs om samen met hun leden te bepalen hoe ze aan een gezonde toekomst bouwen voor de vereniging. Toch blijft het ongemakkelijk voelen. Het idee dat het voetbal meer van het hoofd wordt dan van het hart.

Of mag ik het zo niet zien?

Jan Dirk van der Zee is directeur amateurvoetbal KNVB. In zijn wekelijkse column bericht Jan Dirk over alles wat voetbal mooi maakt (en soms lastig) en geeft hij zijn kijk op het voetbal en het verenigingsleven. Reageren? Dat kan via jandirk.vanderzee@knvb.nl.

Vind ik leuk 0